De waterwolf

Op een vroege zomerochtend fietste ik de stad uit. De weidse velden tegemoet. Zoals altijd op zoek naar het water dat als een blauwgrijs lint tevoorschijn kwam achter de dijken waar huizen stonden, schapen graasden of ganzen neerstreken in het gras. 

Het was mistig. Toen ik de laatste woonwijk achter me had gelaten, zag ik de tegemoet komende fietsers pas als ze mij al bijna voorbij waren. Op deze weg mocht er zestig gereden worden. Waar begon ik eigenlijk aan. Ik had om kunnen draaien. Maar de rivier was sterker. Straks zou de zon weerkaatsen op de rimpelingen die de boten achter zich lieten als ze voorbij vaarden. Dat wilde ik niet missen.

Een dikke wattendeken drukte op mijn hoofd. Ik zag niet veel meer dan de strepen vlak voor me op de weg. Ik dacht de vage contouren van een maisveld te zien. Plotseling schoot er een ratelende tractor uit tevoorschijn. Ik kneep hard in de handremmen. Het achterwiel van mijn fiets slipte en even later lag ik in de berm. In de sloot naast mij gleden drie zwanen sierlijk voorbij zonder acht op mij te slaan. Ze losten op in een witte waas. Ik krabbelde weer overeind. De tractor was bezig de weg op te draaien. Zijn koplampen beschenen voor een moment een kruising. Dit moest de kruising zijn waar ik de weg naar rechts moest nemen. Ik raapte mijn fiets op en ging weer op het zadel zitten. Twee achterlichten lichtten als vurige ogen op en doofden langzaam uit. Ik was weer alleen in een gebied waarin ik dreigde te verdwalen.
Maar teruggaan wilde ik nog steeds niet.

Een vertrouwd geluid stroomde mij tegemoet. Het was er altijd. Onopvallend vervlochten met het geloei van koeien in de wei, scheurende motors over de dijk en het geklepper van een ooievaarsbek uit een van de hoge nesten die uittorenden boven het landschap. Maar dit keer leek het zachte geruis te bulderen. Misschien kwam het door de wind. Ik merkte dat ik al een tijdje hard moest trappen om vooruit te komen.
Steeds luider klonk het. Het deed me denken aan op hol geslagen golven. Ik stapte af.
Bang om zonder het te zien de dijk af te fietsen waar de Maas mij kon meesleuren.

De wind floot. Eerst zachtjes met tussenpozen. Mijn sjaal werd met een ruk van mijn hals getrokken. Nog net op tijd kon ik het vastgrijpen.
Ik kon me niet herinneren dat het in de zomer zo hard kon waaien. Het fluiten sneed nu als een langgerekte huil door het nevelige landschap.
Ik duwde mijn sjaal in mijn rugzak en draaide mijn fiets om naar de richting waarvan ik dacht vandaan gekomen te zijn. Ik schuifelde over een onverhard pad. Dit was niet het pad wat ik eerder gevolgd had. Weer klonk er gehuil. De takken van een boom grepen als klauwen naar dansende, witte sluiers. Even dacht ik dat een zwarte schim zich losmaakte van de boom. Ik stopte. Een vurig oog gloeide op. De wind huilde zachtjes in mijn oor. Ik verstijfde toen een stem van dichtbij zei: ‘Zo vroeg al op pad vandaag?’
Een man met een sigaar in zijn mond doemde voor mij op.

‘Vreemd weer vind je niet?’ Rook kringelde uit zijn mond omhoog, omsloot zijn gezicht en vervaagde in de vochtige lucht.
De man was niet jong meer. Maar oud kon ik hem ook niet noemen. Zijn gezicht leek grijs in de mist. Hij nam me aandachtig op en zei:
‘Het doet me denken aan de waterwolf. Ooit van gehoord?’ Ik schudde mijn hoofd.
‘Begrijpelijk. Jouw generatie kent de verhalen niet meer.’ Hij drukte de sigaar uit met zijn voet.
‘Op de plek waar wij nu staan, werd het land meer dan eens vernietigd door de Beerse Maas. Bij Beers, een dorpje niet ver van de Duitse grens, stroomde de rivier over en liep het land in tot aan Den Bosch. Dan dreunden de kanonnen in Grave als waarschuwing. Maar de meeste mensen vluchtten niet. Als kleine jongen heeft mijn vader dagen op zolder gezeten samen met zijn ouders, broers en zussen. Ook de koeien hielden hen gezelschap. De stallen waren al verdwenen onder het wateroppervlak.’

‘Wat erg,’ zei ik. De man haalde zijn schouders op.
‘Veel families waren gewend aan de watersnoodrampen. Het was de prijs die ze betaalden voor de vruchtbare grond van het Maasland.’
De wind joeg over het weiland dat al een beetje zichtbaar aan het worden was. Zijn stem klonk zacht toen hij zei:
‘Mijn vader heeft Marietje, zijn buurmeisje, zien langsdrijven op een staldeur. Het had geleken alsof ze sliep. Maar toen ze vlak langs het zolderraam dreef, zag hij dat haar gezicht al helemaal grauw was geworden. Die vervloekte waterwolf!, riep mijn vader dan als hij erover vertelde.’ De man zweeg even. Hij staarde naar een paar boerderijen die een voor een in de verte verschenen.
Zijn gezicht was door diepe groeven getekend, zag ik nu. Hij keek mij weer aan.
‘En dat allemaal om de dijken te sparen.’ Tranen glinsterden in zijn ogen toen hij met zijn hand over de groengele velden streek.
‘Eeuwenlang is dat het lot geweest van dit prachtige land onder de rivier. Pas in 1942 werd de Beerse Overlaat gedicht en was de wolf eindelijk getemd. ’

In gedachten zag ik veerpontjes overvaren naar Gelderland. Ik dacht aan de mensen die mij hier altijd vriendelijk groetten, aan een zachte zomerbries die het wasgoed liet wapperen in de tuinen aan het water. Hoe kon ik al die tijd geen weet hebben gehad van deze geschiedenis.
Ik voelde mij een toerist toen de man naar links wees en zei: ‘Als je deze weg volgt kom je weer in de stad.’
Ik zette de trappers in beweging en zwaaide naar hem. ‘Bedankt meneer.’ Hij zwaaide terug. Zijn wangen hadden een rode kleur gekregen in
de zon die als een natte, gele vlek steeds feller begon te schijnen. Nu herkende ik de weg weer. Tot mijn verbazing zag ik dat ik niet eens in de buurt van de rivier was geweest. Achter mij lag een uitgestrekte polder. Ineens verlangde ik naar mijn op hoge grond gelegen huis.
Nooit zou het in een ruïne kunnen veranderen. Maar diep vanbinnen wist ik dat niet meer zo zeker. Als een zwarte schaduw kon hij op de loer liggen onder de kabbelende golfjes, zich verstoppen vlak na een bocht of dwalen over de akkervelden. De waterwolf zou er altijd zijn.
Wachtend op zijn prooi.

17 december 2020  

 

Lees ook:

Lees ook:

Laat gerust een reactie achter.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *