Allemaal leuk en aardig dat ik mijn eerste boek wil schrijven, maar waar begin ik? In het verleden heb ik mij nogal eens stukgebeten op hoofdstukken waar ik gewoon maar aan begonnen was. Hoe het verhaal verder zou gaan, dat zag ik later wel. Al vlug liep ik vast en raakte ik mijn enthousiasme kwijt. Het was duidelijk. Ik had het gewoon niet in me om een goed verhaal te schrijven.
Dit wil ik nooit meer meemaken
Een jaar geleden zat ik te ploeteren op Het Boeddhabeeld, een verhaal van ruim 8.000 woorden. Lisanne, de hoofdpersoon in het verhaal, sluit zich aan bij een moestuinvereniging en raakt verzeild in een conflict over een vernield Boeddhabeeld. Voordat ik begon met schrijven, wist ik wie het beeld vernield had en wie de karakters in mijn verhaal zouden zijn. Nu alleen nog maar opschrijven, dacht ik. Viel dat even tegen.
Meerdere malen dacht ik dat ik er niet uit ging komen. Het grootste struikelblok was dat ik Lisanne geen eigen verhaal had gegeven. Ze kwam maar niet tot leven. Na een hoop gezwoeg heb ik haar achtergrondverhaal er nog ingepropt. Had ik van tevoren maar niet de overtuiging gehad dat haar karakter zich vanzelf aan mij zou openbaren. Misschien had het mij maanden werk kunnen besparen.
Ik heb er veel van geleerd, maar als ik hier op terugkijk denk ik: Dit wil ik nooit meer meemaken.
Is het dan nodig om alles vooraf te weten?
Als ik begin met schrijven, weet ik hoe het verhaal in grote lijnen moet lopen. Over de afloop heb ik de ene keer een heel duidelijk idee, maar het gebeurt ook dat ik dat nog niet helemaal helder heb. Er komt een moment dat het verhaal zijn ware karakter laat zien. Een karakter dat ik pas leer kennen als ik bezig ben. Van daaruit werk ik naar een einde toe. Ook voor mij kan het einde nog wel eens een verrassing zijn. Ik vind het magisch als dat gebeurt.
Hoe nu verder?
Ik ben al een tijdje bezig met het uitwerken van een aantal karakters die voorkomen in mijn boek. Het ene karakter heeft wat meer achtergrondverhaal dan het andere karakter. Inmiddels weet ik vrij zeker wie de hoofdpersoon in het boek gaat zijn.
Ook heb ik geprobeerd om de plot wat uit te werken. Daar werd ik niet helemaal vrolijk van. Het spontane van het verhaal wordt voor mij dan gevoelsmatig om zeep geholpen. Ik ben er weer mee gestopt. Wellicht werk ik af en toe kleine stukjes uit om van daaruit verder te gaan. Maar tot nu toe heb ik ervaren dat een verhaal zich voor mij ontvouwt tijdens het schrijven, niet vooraf.
Ik heb getwijfeld of ik al iets wil vertellen over waar het boek over gaat. Dat weet ik uiteraard wel. Nu ik weet wie de hoofdpersoon is, is het uitgangspunt van waaruit ik wilde gaan schrijven weer veranderd. Ik houd het dus nog even voor me.
Wel kan ik alvast zeggen dat ik mij ga begeven in de wereld waarin meer mogelijk is dan de wereld die wij kennen. Anders kan ik mijn verhaal niet vertellen.
Ik heb er naartoe gewerkt.
Ik ben de afgelopen tijd wat gaan spelen met de werkelijkheid. In eerste instantie durfde ik de grens naar een andere wereld niet goed over te steken. In mijn verhalen Wens en Minibieb heb ik de oversteek gewaagd. Had ik het maar eerder gedaan. Het is echt zo leuk om te doen!
Achter de schermen ben ik met meer korte verhalen bezig in die vage schemerwereld. Ik deel niet alles tegelijk omdat ik ook ruimte voor mijn blog wil houden. Weet dat ik mij lekker uitleef en dat de verhalen ook een keer op deze website belanden.
Een zware rit
Zo zie ik dit schrijfavontuur voor me. Maar ik hoop dat ik mij in ieder geval beter heb voorbereid dan bij mijn voorgaande pogingen om het boek te schrijven. Ik zit nog in het stadium dat ik mijn rugzak aan het inpakken ben. De echte reis moet nog beginnen. En we weten allemaal dat er dan dingen gebeuren die je thuis onmogelijk had kunnen voorzien. Ik laat het je weten als ik de deur van mijn huis op slot heb gedraaid en de eerste stappen zet op een onbekende weg die steeds vaker naar mij lonkt.