Vanuit het riet steeg een raspend geluid op. Het waren kikkers. De metaalachtige klanken vermengden zich met het geruis van bladeren. Mussen kwetterden in de struiken. Een merel zong, hield stil om te luisteren, en beantwoordde het gezang van een merel in de verte.

Er koerden een paar duiven in de hoge populieren. Toen was het stil. De wind blies over de vijver, gaf een haan de ruimte om te kraaien en bracht vervolgens het kikkerconcert weer terug naar het pad waar wij op liepen. Waarom we de kikkers alleen die ochtend hoorden, begreep ik toen nog niet. Misschien had het met de paartijd te maken. Maar ik had ook ergens gelezen dat kikkers allemaal tegelijk gaan kwaken om de vijand te misleiden. Dan lijken ze net één groot dier. En inderdaad, als ik goed luisterde, leek het alsof er een reuzenkikker in het riet verscholen zat. Voor even waren mijn dochtertje en ik gevangen in dit moment. De opkomende zon kleurde de rimpelingen in het water zachtgeel. Nevel danste over de vijver en omsloot de poten van een grote reiger die roerloos naast het riet op wacht stond.

In het vroege voorjaar was het nog rustig. De enkele hondenuitlaters die we tegenkwamen, haastten ons voorbij. Niet iedereen groette ons. Het coronavirus had de mensen bang gemaakt. Op een ochtend ging ik op mijn hurken naast mijn dochtertje zitten om naar de eendjes te kijken. Ze kwamen naar ons toe gezwommen. Plotseling werd er vanuit een van de tuinen achter het park de motor van een kettingzaag gestart. Het geluid raasde over het water. Een reiger schoot met zijn kop in het riet. Met een vloeiende beweging stak hij zijn snavel weer in de lucht. Even dacht ik dat ik twee kikkerpoten uit zijn bek zag bungelen.

Inmiddels schitterde de zon steeds vaker op het water. In de lucht waren weer vliegtuigstrepen te zien. Een oude vrouw met een teckel, die ons altijd vluchtig gedag zei, bleef staan toen mijn dochtertje paardenbloemen aan het plukken was. Ze lachte en zei: ‘Ik kan zo van jullie genieten als ik jullie zie lopen. Mijn man is overleden. Nu ik geen bezoek durf te ontvangen, heb ik maar een hond genomen. Dan kom ik tenminste weer onder de mensen.’ Haar lach kon het verdriet in haar ogen niet verbergen. De teckel trok aan de riem. ‘Nou dag hoor,’ zei ze. Met gebogen schouders vervolgde ze haar weg. Een reiger scheerde laag over het water. Maar de kikkers hielden zich stil.

In de weken die volgden hoorden we steeds meer auto’s in de verte, klonken er weer kinderstemmen op het schoolplein en slingerden er luidruchtige tieners op hun fietsen over het fietspad. Het was al middag toen er een brommer langs een vrouw met een labrador scheurde. Ze kon nog net op tijd haar hond wegtrekken die al van plan was het fietspad over te steken naar de vijver. Toen ze ons naderde zei ze tegen mijn dochtertje: ‘Hé, hallo kleine meid!’ Ik voelde haar handje in de mijne glijden. De vrouw richtte zich tot mij. ‘Ze praat zeker nog niet?’
Ze wachtte mijn antwoord niet af want de hond had net zijn neus in het gras geduwd. Een zwerm vliegen stoof uiteen. Ze gaf een flinke ruk aan de riem. ‘Bah Moos, laat dat toch liggen!’ Mijn dochtertje wees naar de plek in het gras. ‘Is kikker,’ zei ze. Daar lag een kleine bruine kikker.
Hij was dood.

Midden in de zomer hoorden we krekels tjirpen tussen de klaprozen die langs de vijver groeiden. Mijn dochtertje en ik waren stil blijven staan om er naar te luisteren. Ik hoorde stokken tikken op het pad. Het getjirp stopte. Ik draaide me om en zag dat een man, die op twee krukken liep, ons wilde passeren. ‘Heerlijk is het in de ochtend hè?,’ zei hij. ‘Alleen wel jammer dat het steeds drukker wordt op straat. Ik hoor veel minder vogels dan eerst. Zonde hoor. Doe mij nog maar zo’n lockdown!’ Ik zag de gebogen schouders van de oude vrouw met de teckel weer voor me. Door deze hele toestand moest zij een schouder missen om op te huilen.

Het getik van de krukken was nog steeds te horen toen de man al uit het zicht verdwenen was.
De reiger stapte door het lage water richting het riet.
En toen begreep ik ineens waarom de reuzenkikker zweeg.
Wij hadden hem de mond gesnoerd. 

6 oktober 2020  

 

Lees ook:

Lees ook:

Laat gerust een reactie achter

2 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *